Brusquer en néerlandais
Traduction: brusquer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
voortmaken, bloedaandrang, spoed, vaart, haastigheid, toevloed, aandrang, haast, stormloop, drukte, haasten, spits
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): brusquer
braquer en anglais, brusquer antonymes, brusquer grammaire, brusquer l'occasion, brusquer les choses, brusquer dictionnaire de langue néerlandais, brusquer en néerlandais
Traductions
- brusque en néerlandais - ruw, rap, cru, spoedig, prompt, abrupt, gezwind, ...
- brusquement en néerlandais - botweg, ineens, kortaf, opeens, plotseling, abrupt, plots, ...
- brusquerie en néerlandais - heftigheid, bruuskheid, steilheid, het plotselinge, driftigheid
- brut en néerlandais - plat, onbenullig, nurks, wreed, bot, dik, snauwerig, ...
Mots aléatoires
Brusquer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: voortmaken, bloedaandrang, spoed, vaart, haastigheid, toevloed, aandrang, haast, stormloop, drukte, haasten, spits
Traductions: voortmaken, bloedaandrang, spoed, vaart, haastigheid, toevloed, aandrang, haast, stormloop, drukte, haasten, spits