But en néerlandais
Traduction: but, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
ophouden, ambt, bedenksel, deur, werken, merken, voornemen, betrekking, slot, usance, bedoeling, aflopen, werkkring, aanwijzen, krabbel, einde, partituur, score, score in, partituurvoorbeeld, Minipartituur
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): but
alinea, boulanger, brico depot, but antonymes, but canapé, but dictionnaire de langue néerlandais, but en néerlandais
Traductions
- buste en néerlandais - tromp, stam, fiasco, afgang, olifantssnuit, boomstam, slurf, ...
- bustier en néerlandais - strapless
- butane en néerlandais - butaan, butaan-, butaangas
- buter en néerlandais - staartje, duwen, knoop, rest, duw, blijven, slaan, ...
Mots aléatoires
But en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: ophouden, ambt, bedenksel, deur, werken, merken, voornemen, betrekking, slot, usance, bedoeling, aflopen, werkkring, aanwijzen, krabbel, einde, partituur, score, score in, partituurvoorbeeld, Minipartituur
Traductions: ophouden, ambt, bedenksel, deur, werken, merken, voornemen, betrekking, slot, usance, bedoeling, aflopen, werkkring, aanwijzen, krabbel, einde, partituur, score, score in, partituurvoorbeeld, Minipartituur