Buveur en néerlandais
Traduction: buveur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
dronken, alcoholicus, beschonken, zat, drinker, sappig, alcoholhoudend, dol, alcoholisch, drinker Drugs, drinkers parten spelen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): buveur
buveur antonymes, buveur d'eau, buveur d'encre, buveur d'encre ce2, buveur de biere, buveur dictionnaire de langue néerlandais, buveur en néerlandais
Traductions
- buvant en néerlandais - drinken, het drinken, drinkende, drinkwater, drink
- buvard en néerlandais - vloeipapier, vloeiblok, inktblotterstrip, vloeibladmateriaal, vloeibloksamenstel
- buvez en néerlandais - gebruiken, zuipen, drinken, drank, alcohol, drankje, pimpelen, ...
- buée en néerlandais - uitwasemen, mist, floers, stoom, nevel, wasem, rook, ...
Mots aléatoires
Buveur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: dronken, alcoholicus, beschonken, zat, drinker, sappig, alcoholhoudend, dol, alcoholisch, drinker Drugs, drinkers parten spelen
Traductions: dronken, alcoholicus, beschonken, zat, drinker, sappig, alcoholhoudend, dol, alcoholisch, drinker Drugs, drinkers parten spelen