Caboche en néerlandais
Traduction: caboche, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
hoofd, krop, graad, rubriek, spijkeren, draadnagel, patroon, gebieder, chef, heer, kapitaal, verstand, geleiden, hoofd-, directeur, nagel, bekertje, inhoudsmaat, noggin, hersenpan
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): caboche
caboche antonymes, caboche bleriot, caboche coiffure, caboche et cie, caboche foscarini, caboche dictionnaire de langue néerlandais, caboche en néerlandais
Traductions
- cabinets en néerlandais - kom, bekken, toilet, kleding, vont, wC, toiletten, ...
- cabochard en néerlandais - muiltje, muil, muildier, slof, eigenwijs, pigheaded, stijfhoofdig, ...
- cabosser en néerlandais - schram, deuk, Dent, deukje, van Dent, deuken
- cabossé en néerlandais - gehavend, gehavende, mishandelde, geslagen, mishandeld
Mots aléatoires
Caboche en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: hoofd, krop, graad, rubriek, spijkeren, draadnagel, patroon, gebieder, chef, heer, kapitaal, verstand, geleiden, hoofd-, directeur, nagel, bekertje, inhoudsmaat, noggin, hersenpan
Traductions: hoofd, krop, graad, rubriek, spijkeren, draadnagel, patroon, gebieder, chef, heer, kapitaal, verstand, geleiden, hoofd-, directeur, nagel, bekertje, inhoudsmaat, noggin, hersenpan