Caboteur en néerlandais
Traduction: caboteur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
kustvaarder, Onderzetter, coaster, onderlegger voor glazen, achtbaan
Autres langues
Mots associés / Définition (def): caboteur
caboteur a vendre, caboteur antonymes, caboteur bateau, caboteur dana, caboteur du levant, caboteur dictionnaire de langue néerlandais, caboteur en néerlandais
Traductions
- cabossé en néerlandais - gehavend, gehavende, mishandelde, geslagen, mishandeld
- cabot en néerlandais - korporaal, stoffelijk, pooch, pup, vergezellen, zal vergezellen, vergezellen op
- cabotin en néerlandais - ham
- cabrer en néerlandais - oproerig, oproerling, rebel, opstandig, muiter, opfok, grootbrengen, ...
Mots aléatoires
Caboteur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: kustvaarder, Onderzetter, coaster, onderlegger voor glazen, achtbaan
Traductions: kustvaarder, Onderzetter, coaster, onderlegger voor glazen, achtbaan