Campeur en néerlandais
Traduction: campeur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
kampeerder, camper, kampeerauto, toelichting van kampeerders, De toelichting van kampeerders
Autres langues
Mots associés / Définition (def): campeur
au vieux campeur, camper chaussure, camper nu, camper van, campeur antonymes, campeur dictionnaire de langue néerlandais, campeur en néerlandais
Traductions
- campent en néerlandais - kamperen, legeren, kamp, camping, camp, het kamp, leger
- camper en néerlandais - kamp, kamperen, legeren, camping, camp, het kamp, leger
- campez en néerlandais - kamp, legeren, kamperen, camping, camp, het kamp, leger
- camphre en néerlandais - kamfer, camphor, camphora, kamferachtige, van kamfer
Mots aléatoires
Campeur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: kampeerder, camper, kampeerauto, toelichting van kampeerders, De toelichting van kampeerders
Traductions: kampeerder, camper, kampeerauto, toelichting van kampeerders, De toelichting van kampeerders