Carrelage en néerlandais
Traduction: carrelage, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
tegels, dakpannen, stenen, tiles, tegels van
Autres langues
Mots associés / Définition (def): carrelage
carrelage adhesif, carrelage antonymes, carrelage blanc, carrelage castorama, carrelage douche italienne, carrelage dictionnaire de langue néerlandais, carrelage en néerlandais
Traductions
- carreau en néerlandais - tablet, tegelsteen, betomen, plavuis, ruitje, kwadraat, vierkant, ...
- carrefour en néerlandais - aansluiting, kruising, vereniging, kruispunt, snijpunt, knooppunt, intersectie
- carreler en néerlandais - bestraten, tegel, tegelsteen, plavuis, plaveien, tichel, tegels, ...
- carrelet en néerlandais - schol, schol-, de schol-, voor schol, de schol
Mots aléatoires
Carrelage en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: tegels, dakpannen, stenen, tiles, tegels van
Traductions: tegels, dakpannen, stenen, tiles, tegels van