Chair en néerlandais
Traduction: chair, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
essentie, pit, kern, romp, vlees, carrosserie, invulling, het vlees, vlees tot, gestalte
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): chair
boule de chair, bouton de chair, chair a saucisse, chair antonymes, chair de crabe, chair dictionnaire de langue néerlandais, chair en néerlandais
Traductions
- chahuter en néerlandais - hekelen, hekel, Heckle, lastig vragen stellen
- chahuteur en néerlandais - woesteling, herriemaker, luidruchtig, baldadig, rumoerige, de rumoerige
- chaire en néerlandais - leerstoel, branche, stoel, sectie, preekstoel, vak, kansel, ...
- chaise en néerlandais - zetten, plaatsen, stoel, president-directeur, zitvlak, achterste, bril, ...
Mots aléatoires
Chair en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: essentie, pit, kern, romp, vlees, carrosserie, invulling, het vlees, vlees tot, gestalte
Traductions: essentie, pit, kern, romp, vlees, carrosserie, invulling, het vlees, vlees tot, gestalte