Chanceux en néerlandais
Traduction: chanceux, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
waaghalzerig, glibberig, gewaagd, precair, bedenkelijk, dubieus, glad, hachelijk, ongrijpbaar, onbepaald, gevaarlijk, riskant, wankel, discutabel, onzeker, gelukkig, geluk, het geluk, gelukkige, fortuinlijke
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): chanceux
chanceux anglais, chanceux antonymes, chanceux contraire, chanceux en allemand, chanceux en espagnol, chanceux dictionnaire de langue néerlandais, chanceux en néerlandais
Traductions
- chancellement en néerlandais - onzekerheid, grogginess, sufheid
- chancellerie en néerlandais - plaats, ambt, vertrek, lokaal, kamer, werkkring, kantoor, ...
- chancir en néerlandais - boetseren, modelleren
- chancre en néerlandais - kanker, verkankeren, canker, vruchtboomkanker, t geel
Mots aléatoires
Chanceux en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: waaghalzerig, glibberig, gewaagd, precair, bedenkelijk, dubieus, glad, hachelijk, ongrijpbaar, onbepaald, gevaarlijk, riskant, wankel, discutabel, onzeker, gelukkig, geluk, het geluk, gelukkige, fortuinlijke
Traductions: waaghalzerig, glibberig, gewaagd, precair, bedenkelijk, dubieus, glad, hachelijk, ongrijpbaar, onbepaald, gevaarlijk, riskant, wankel, discutabel, onzeker, gelukkig, geluk, het geluk, gelukkige, fortuinlijke