Charcutier en néerlandais
Traduction: charcutier, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
slachter, slager, slachten, vleeshouwer, afslachten, varkensslager, vleeswaren, spekslager
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): charcutier
boucher charcutier, boucher charcutier traiteur, cap charcutier, cap charcutier traiteur, charcutier antonymes, charcutier dictionnaire de langue néerlandais, charcutier en néerlandais
Traductions
- charbonnier en néerlandais - kolen, steenkool, kool, voor Kolen, Coal
- charcuterie en néerlandais - delicatessenwinkel, Delicatessen, vleeswarenindustrie, delicatessenzaak, in Delicatessen
- chardon en néerlandais - distel, Thistle, de Distel, distel van
- chardonneret en néerlandais - distelvink, puttertje, putter, goldfinch, distel vink
Mots aléatoires
Charcutier en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: slachter, slager, slachten, vleeshouwer, afslachten, varkensslager, vleeswaren, spekslager
Traductions: slachter, slager, slachten, vleeshouwer, afslachten, varkensslager, vleeswaren, spekslager