Charme en néerlandais

Traduction: charme, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
betovering, lokken, aantrekkelijkheid, spellen, beroep, sieren, gratie, poos, rechtsmiddel, gunst, sierlijkheid, aanvechting, temptatie, verlokking, genade, bevalligheid, ingenomen, gecharmeerd, gecharmeerd zijn, betoverd, betoveren
Charme en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): charme

chambre de charme, charme academy, charme antonymes, charme arbre, charme chroma, charme dictionnaire de langue néerlandais, charme en néerlandais

Traductions

  • charlatanisme en néerlandais - kwakzalverij, quackery, de kwakzalverij, kwakzalvers, van kwakzalverij
  • charmant en néerlandais - dessert, oppassend, charmant, toetje, bekoorlijk, aanbiddelijk, magisch, ...
  • charmer en néerlandais - verrukken, voorhebben, bekoren, heksen, voeren, roven, dragen, ...
  • charmeur en néerlandais - grootmeester, feeëriek, fee, geest, tovenaar, toverachtig, magisch, ...
Mots aléatoires
Charme en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: betovering, lokken, aantrekkelijkheid, spellen, beroep, sieren, gratie, poos, rechtsmiddel, gunst, sierlijkheid, aanvechting, temptatie, verlokking, genade, bevalligheid, ingenomen, gecharmeerd, gecharmeerd zijn, betoverd, betoveren