Chiffonnez en néerlandais
Traduction: chiffonnez, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
irriteren, prikkelen, aanstoken, ophitsen, tergen, uitlokken, provoceren, veroorzaken, tarten, uitdagen, uittarten, verkreukelen, verfrommel, kreukel, verfomfaaien, kreukelzones
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): chiffonnez
chiffonnez antonymes, chiffonnez grammaire, chiffonnez mots croisés, chiffonnez signification, chiffonnez synonyme, chiffonnez dictionnaire de langue néerlandais, chiffonnez en néerlandais
Traductions
- chiffonnant en néerlandais - verfrommelen, crumpling, verfrommelt, verkreukelen, kreuken
- chiffonner en néerlandais - verbrijzelen, bedroeven, knellen, hinderen, martelen, bedroefdheid, bezwaar, ...
- chiffonnier en néerlandais - chiffonier
- chiffonnons en néerlandais - irriteren, tarten, provoceren, uittarten, aanstoken, prikkelen, uitlokken, ...
Mots aléatoires
Chiffonnez en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: irriteren, prikkelen, aanstoken, ophitsen, tergen, uitlokken, provoceren, veroorzaken, tarten, uitdagen, uittarten, verkreukelen, verfrommel, kreukel, verfomfaaien, kreukelzones
Traductions: irriteren, prikkelen, aanstoken, ophitsen, tergen, uitlokken, provoceren, veroorzaken, tarten, uitdagen, uittarten, verkreukelen, verfrommel, kreukel, verfomfaaien, kreukelzones