Choissez en néerlandais
Traduction: choissez, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
herfst, schemering, najaar, schemer, schemerdonker, val, afdaling, neervallen, verschieten, storten, afvallen, neerdaling, vallen, uitvallen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): choissez
choissez antonymes, choissez grammaire, choissez mots croisés, choissez signification, choissez synonyme, choissez dictionnaire de langue néerlandais, choissez en néerlandais
Traductions
- choisissons en néerlandais - uitlezen, kiezen, uitzoeken, uitkiezen, uitpikken, verkiezen, kies, ...
- choisit en néerlandais - kiest, opteren, kiest ervoor
Mots aléatoires
Choissez en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: herfst, schemering, najaar, schemer, schemerdonker, val, afdaling, neervallen, verschieten, storten, afvallen, neerdaling, vallen, uitvallen
Traductions: herfst, schemering, najaar, schemer, schemerdonker, val, afdaling, neervallen, verschieten, storten, afvallen, neerdaling, vallen, uitvallen