Chuter en néerlandais
Traduction: chuter, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
regen, lik, vellen, schemer, waterdruppel, regenen, val, najaar, afvallen, droppel, verschieten, neervallen, vallen, druppel, neerdaling, schemerdonker, tuimelen, buitelen, duikelen, wasdroger, de wasdroger
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): chuter
chuter antonymes, chuter conjugaison, chuter def, chuter en anglais, chuter en lutte, chuter dictionnaire de langue néerlandais, chuter en néerlandais
Traductions
- chut en néerlandais - pels, huid, vacht, vel, barbaars, vellen, stilte, ...
- chute en néerlandais - bedanken, schemering, reductie, spenderen, vermindering, afdraaien, fiasco, ...
- chutes en néerlandais - valpartijen, watervallen, falls, dalingen, valt
- chutèrent en néerlandais - vel, huid, pels, barbaars, vellen, vacht
Mots aléatoires
Chuter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: regen, lik, vellen, schemer, waterdruppel, regenen, val, najaar, afvallen, droppel, verschieten, neervallen, vallen, druppel, neerdaling, schemerdonker, tuimelen, buitelen, duikelen, wasdroger, de wasdroger
Traductions: regen, lik, vellen, schemer, waterdruppel, regenen, val, najaar, afvallen, droppel, verschieten, neervallen, vallen, druppel, neerdaling, schemerdonker, tuimelen, buitelen, duikelen, wasdroger, de wasdroger