Cloisonner en néerlandais
Traduction: cloisonner, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
clausuur, dam, sperdam, afsluiting, deling, afscheiding, schifting, tussenschot, verdeling, scheiding
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): cloisonner
cloisonner antonymes, cloisonner définition, cloisonner en anglais, cloisonner grammaire, cloisonner mots croisés, cloisonner dictionnaire de langue néerlandais, cloisonner en néerlandais
Traductions
- clochette en néerlandais - schare, klok, troep, ring, opbellen, roepen, wal, ...
- cloison en néerlandais - bedekking, zeef, kaft, omslag, beeldscherm, clausuur, muur, ...
- clonage en néerlandais - klonen, het klonen, kloneren, klonen van, het klonen van
- clone en néerlandais - kloon, klonen, kloon van
Mots aléatoires
Cloisonner en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: clausuur, dam, sperdam, afsluiting, deling, afscheiding, schifting, tussenschot, verdeling, scheiding
Traductions: clausuur, dam, sperdam, afsluiting, deling, afscheiding, schifting, tussenschot, verdeling, scheiding