Coexister en néerlandais
Traduction: coexister, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
naast elkaar bestaan, samenleven, samengaan, naast elkaar, coëxisteren
Autres langues
Mots associés / Définition (def): coexister
coexister angers, coexister antonymes, coexister définition, coexister evry, coexister grammaire, coexister dictionnaire de langue néerlandais, coexister en néerlandais
Traductions
- coexistence en néerlandais - gelijktijdig bestaan, coëxistentie, naast elkaar bestaan, samenleven
- coexistent en néerlandais - naast elkaar bestaan, samenleven, samengaan, naast elkaar, coëxisteren
- coffre en néerlandais - kas, boomstam, borst, romp, ding, slof, geding, ...
- coffre-fort en néerlandais - zeker, condoom, kapotje, behouden, veilig, geborgen, safe, ...
Mots aléatoires
Coexister en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: naast elkaar bestaan, samenleven, samengaan, naast elkaar, coëxisteren
Traductions: naast elkaar bestaan, samenleven, samengaan, naast elkaar, coëxisteren