Coller en néerlandais

Traduction: coller, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aanhechtsel, deurpost, beslag, aanplakken, baan, verzenden, kleefstof, ambt, vastkleven, staf, betrekking, plakkaat, omvang, kit, lijm, aanplakbiljet, pasta, plakken, deeg, Plak, paste
Coller en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): coller

carrelage, coller antonymes, coller capital, coller carrelage, coller deux photos, coller dictionnaire de langue néerlandais, coller en néerlandais

Traductions

  • collectivité en néerlandais - bedrijf, broodwinning, vak, beroep, gemeenschap, gemeente, collectiviteit, ...
  • collent en néerlandais - kleefmiddel, kit, lijm, kleefstof, stok, stokje, plakken, ...
  • collerette en néerlandais - gordel, riem, ceintuur, kraag, halsband, de kraag, boorden, ...
  • collet en néerlandais - kraag, aanhouding, strik, hals, halsband, arrest, halsketting, ...
Mots aléatoires
Coller en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aanhechtsel, deurpost, beslag, aanplakken, baan, verzenden, kleefstof, ambt, vastkleven, staf, betrekking, plakkaat, omvang, kit, lijm, aanplakbiljet, pasta, plakken, deeg, Plak, paste