Commerçant en néerlandais
Traduction: commerçant, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
handelaar, zakenman, koopman, neringdoende, wederverkoper, winkelier, commercieel, ondernemer, marktdeelnemer, trader
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): commerçant
affaire personnelle commerçant, carte commerçant, carte commerçant ambulant, carte de commerçant, changement de statut, commerçant dictionnaire de langue néerlandais, commerçant en néerlandais
Traductions
- commerça en néerlandais - verhandeld, verhandelde, verhandeld worden, worden verhandeld
- commerçante en néerlandais - zakenman, koopman, handelaar, het winkelen, inkopen, winkelen, winkelcentrum, ...
- commerçons en néerlandais - handwerk, koopmanschap, vak, ambacht, nering, ruilhandel, ruil, ...
Mots aléatoires
Commerçant en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: handelaar, zakenman, koopman, neringdoende, wederverkoper, winkelier, commercieel, ondernemer, marktdeelnemer, trader
Traductions: handelaar, zakenman, koopman, neringdoende, wederverkoper, winkelier, commercieel, ondernemer, marktdeelnemer, trader