Communauté en néerlandais
Traduction: communauté, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
sociëteit, gemeente, eenheid, gemeenschap, een, eendracht, club, één, gezelschap, broodwinning, communie, vak, vereniging, democratie, genootschap, samenleving, Community, communautair, de communautaire, de gemeenschap
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): communauté
communauté agglomération, communauté antonymes, communauté d'agglomération, communauté de commune, communauté de communes, communauté dictionnaire de langue néerlandais, communauté en néerlandais
Traductions
- commun en néerlandais - triviaal, ruchtbaar, eenvoudig, gemeenschappelijk, lid, collectief, rein, ...
- communal en néerlandais - gemeentelijk, plantsoen, plat, vulgair, gebruikelijk, gemeenschappelijk, park, ...
- commune en néerlandais - metropool, bedrijf, gemeenschap, stad, hoofdstad, plaats, metropolis, ...
- communicateur en néerlandais - communicator, de communicator, kiezer, informatieverspreider
Mots aléatoires
Communauté en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: sociëteit, gemeente, eenheid, gemeenschap, een, eendracht, club, één, gezelschap, broodwinning, communie, vak, vereniging, democratie, genootschap, samenleving, Community, communautair, de communautaire, de gemeenschap
Traductions: sociëteit, gemeente, eenheid, gemeenschap, een, eendracht, club, één, gezelschap, broodwinning, communie, vak, vereniging, democratie, genootschap, samenleving, Community, communautair, de communautaire, de gemeenschap