Communicateur en néerlandais
Traduction: communicateur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
communicator, de communicator, kiezer, informatieverspreider
Autres langues
Mots associés / Définition (def): communicateur
communicateur animalier, communicateur animalier france, communicateur antonymes, communicateur bidirectionnel multilingue, communicateur compétent, communicateur dictionnaire de langue néerlandais, communicateur en néerlandais
Traductions
- communauté en néerlandais - sociëteit, gemeente, eenheid, gemeenschap, een, eendracht, club, ...
- commune en néerlandais - metropool, bedrijf, gemeenschap, stad, hoofdstad, plaats, metropolis, ...
- communicatif en néerlandais - aanspreekbaar, aanstekelijk, besmettelijk, verpestend, mededeelzaam, communicatieve, communicatief, ...
- communication en néerlandais - plakkaat, voeren, uitspraak, bericht, vastbinden, geleding, biljet, ...
Mots aléatoires
Communicateur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: communicator, de communicator, kiezer, informatieverspreider
Traductions: communicator, de communicator, kiezer, informatieverspreider