Communiquer en néerlandais
Traduction: communiquer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
influisteren, verpesten, vervuiling, aankondigen, suggereren, verkondigen, verwittigen, adviseren, voortzeggen, inlichten, rapport, adverteren, verspreiden, meedelen, aansteken, infecteren, communiceren, te communiceren, communicatie, mede, communiceert
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): communiquer
bien communiquer, comment communiquer, communiquer anglais, communiquer antonymes, communiquer avec, communiquer dictionnaire de langue néerlandais, communiquer en néerlandais
Traductions
- communique en néerlandais - communiceert, doorgeeft
- communiquent en néerlandais - mededelen, meedelen, berichten, voortzeggen, besmetten, communiceren, te communiceren, ...
- communiquez en néerlandais - besmetten, berichten, meedelen, voortzeggen, mededelen, contact, aanraking, ...
- communiquons en néerlandais - besmetten, berichten, mededelen, voortzeggen, meedelen, communiceren, te communiceren, ...
Mots aléatoires
Communiquer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: influisteren, verpesten, vervuiling, aankondigen, suggereren, verkondigen, verwittigen, adviseren, voortzeggen, inlichten, rapport, adverteren, verspreiden, meedelen, aansteken, infecteren, communiceren, te communiceren, communicatie, mede, communiceert
Traductions: influisteren, verpesten, vervuiling, aankondigen, suggereren, verkondigen, verwittigen, adviseren, voortzeggen, inlichten, rapport, adverteren, verspreiden, meedelen, aansteken, infecteren, communiceren, te communiceren, communicatie, mede, communiceert