Compétence en néerlandais

Traduction: compétence, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
handigheid, afgelasten, bedrevenheid, vlugheid, annuleren, vaardigheid, rechtsgebied, slag, ontbinden, competentie, bekwaamheid, bevoegdheid, bevoegdheden, bevoegd
Compétence en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): compétence

bilan compétence, bilan de compétence, competence, compétence antonymes, compétence cv, compétence dictionnaire de langue néerlandais, compétence en néerlandais

Traductions

  • computer en néerlandais - veronderstellen, overwegen, aannemen, meetellen, vermoeden, menen, berekenen, ...
  • compère en néerlandais - medeplichtige, handlanger, medeplichtig, medeplichtigheid, mededader
  • compétent en néerlandais - kundig, gepast, betamelijk, passend, vakkundig, geschikt, bevoegd, ...
  • compétiteur en néerlandais - rivaal, mededinger, concurreren, concurrent, wedijveren, meedingen, deelnemer, ...
Mots aléatoires
Compétence en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: handigheid, afgelasten, bedrevenheid, vlugheid, annuleren, vaardigheid, rechtsgebied, slag, ontbinden, competentie, bekwaamheid, bevoegdheid, bevoegdheden, bevoegd