Compter en néerlandais
Traduction: compter, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
stellen, uitrekenen, nummer, aannemen, berekenen, faam, meten, cijfer, tellen, numero, veronderstellen, calculeren, achten, roep, gerucht, afbeelding, optellen, rekenen, tel, mee
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): compter
a compter, a compter de, apprendre a compter, compter antonymes, compter au blackjack, compter dictionnaire de langue néerlandais, compter en néerlandais
Traductions
- compte-rendu en néerlandais - tijdschrift, bespreken, recenseren, inspectie, schouw, periodiek, revaluatie, ...
- comptent en néerlandais - meetellen, overwegen, graaf, tellen, optellen, rekenen, tel, ...
- comptes en néerlandais - rekeningen, accounts, boekhouding, rekeningen van, jaarrekening
- comptes-rendus en néerlandais - rapporten, rapportages, meldingen, verslagen, berichten
Mots aléatoires
Compter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: stellen, uitrekenen, nummer, aannemen, berekenen, faam, meten, cijfer, tellen, numero, veronderstellen, calculeren, achten, roep, gerucht, afbeelding, optellen, rekenen, tel, mee
Traductions: stellen, uitrekenen, nummer, aannemen, berekenen, faam, meten, cijfer, tellen, numero, veronderstellen, calculeren, achten, roep, gerucht, afbeelding, optellen, rekenen, tel, mee