Concilier en néerlandais
Traduction: concilier, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verzoenen, te verzoenen, verzoenen met, bemiddelen, overeenstemming te brengen
Autres langues
Mots associés / Définition (def): concilier
concilier agricultures et gestion de la biodiversité, concilier antonymes, concilier avec, concilier conjugaison, concilier en anglais, concilier dictionnaire de langue néerlandais, concilier en néerlandais
Traductions
- concilie en néerlandais - verzoent
- concilient en néerlandais - verzoenen, te verzoenen, combineren, elkaar te verzoenen, verenigen
- conciliez en néerlandais - verzoenen, te verzoenen, combineren, elkaar te verzoenen, verenigen
- concilions en néerlandais - zijn, bent, is, worden, hebben
Mots aléatoires
Concilier en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verzoenen, te verzoenen, verzoenen met, bemiddelen, overeenstemming te brengen
Traductions: verzoenen, te verzoenen, verzoenen met, bemiddelen, overeenstemming te brengen