Confectionner en néerlandais

Traduction: confectionner, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
kiezen, verwekken, uitbrengen, opeisen, betrachten, nagaan, aannemen, maken, afsluiten, toelaten, bouwen, eindigen, voorbereiden, genieten, beschouwen, besluiten, mode, manier, fashion, wijze
Confectionner en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): confectionner

confection, confectioners sugar, confectionner antonymes, confectionner des coussins, confectionner des rideaux, confectionner dictionnaire de langue néerlandais, confectionner en néerlandais

Traductions

  • conduits en néerlandais - leidingen, kabelgoten, kanalen, luchtkanalen, buizen
  • confection en néerlandais - opleiding, vervaardigen, toebereiding, industrie, aanmaken, suikerbakkerij, bereiding, ...
  • confessa en néerlandais - biechtte, beleden, beleed, bekend, bekenden
  • confessai en néerlandais - biechtte, beleden, beleed, bekend, bekenden
Mots aléatoires
Confectionner en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: kiezen, verwekken, uitbrengen, opeisen, betrachten, nagaan, aannemen, maken, afsluiten, toelaten, bouwen, eindigen, voorbereiden, genieten, beschouwen, besluiten, mode, manier, fashion, wijze