Confidence en néerlandais

Traduction: confidence, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
geloof, vertrouwelijkheid, vertrouwen, fiducie, het vertrouwen, vertrouwen van, het vertrouwen van, zelfvertrouwen
Confidence en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): confidence

confidence and light, confidence antonymes, confidence cambio, confidence film, confidence fitness, confidence dictionnaire de langue néerlandais, confidence en néerlandais

Traductions

  • confiant en néerlandais - zelfbewust, zeker, zelfverzekerd, overtuigd, ervan overtuigd, vertrouwen in
  • confidemment en néerlandais - vertrouwen, zelfverzekerd, vol vertrouwen, met vertrouwen, gerust
  • confident en néerlandais - zelfbewust, beheerder, zelfverzekerd, zeker, vertrouweling, vertrouwenspersoon, vertrouwensman, ...
  • confidente en néerlandais - vertrouwelinge, vertrouweling, confidante, vertrouwenspersoon
Mots aléatoires
Confidence en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: geloof, vertrouwelijkheid, vertrouwen, fiducie, het vertrouwen, vertrouwen van, het vertrouwen van, zelfvertrouwen