Conjecturer en néerlandais
Traduction: conjecturer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vermoeden, gissen, gissing, overwinnen, veronderstellen, vermoed, surmise
Autres langues
Mots associés / Définition (def): conjecturer
conjecture, conjecture definition, conjecture definition maths, conjecturer antonymes, conjecturer définition, conjecturer dictionnaire de langue néerlandais, conjecturer en néerlandais
Traductions
- conique en néerlandais - conisch, kegelvormig, conische, kegelvormige, konische
- conjecture en néerlandais - verbeelding, vermoeden, gissen, onderstelling, gissing, hypothese, overwinnen, ...
- conjectures en néerlandais - gissing, vermoedens, gissingen, veronderstellingen, conjecturen, speculaties
- conjoint en néerlandais - eega, gelid, lid, knoop, paren, echtgenote, gewricht, ...
Mots aléatoires
Conjecturer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vermoeden, gissen, gissing, overwinnen, veronderstellen, vermoed, surmise
Traductions: vermoeden, gissen, gissing, overwinnen, veronderstellen, vermoed, surmise