Consort en néerlandais - Traduction / Dictionnaire français

Traduction: consort, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:

français

Langue d'arrivée:

néerlandais

Traductions:

gemalin, gemaal, Consort, echtgenote, gade

Autres langues

Mots associés / Définition (def): consort

consort antonymes, consort brouillamini, consort def, consort définition, consort france, consort dictionnaire de langue néerlandais, consort en néerlandais

Traductions

consonance en néerlandais - gelijkluidendheid, consonantie
consonant en néerlandais - eendrachtig, harmonisch, medeklinker, overeenstemming, in overeenstemming, strookt
consortium en néerlandais - sociëteit, vakbond, samenleving, plas, genootschap, club, gemeenschap, ...
conspira en néerlandais - samengespannen, samengezworen, samenspanden, maakte een verbintenis, maakten een verbintenis

Mots aléatoires