Contradicteur en néerlandais
Traduction: contradicteur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vijandelijk, tegenspeler, vijand, tegenstander, opponent
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): contradicteur
contradicteur antonymes, contradicteur avocat, contradicteur de rousseau, contradicteur définition, contradicteur en anglais, contradicteur dictionnaire de langue néerlandais, contradicteur en néerlandais
Traductions
- contractées en néerlandais - gecontracteerd, gecontracteerde, uitbesteed, samengetrokken, aangegaan
- contractés en néerlandais - gecontracteerd, gecontracteerde, uitbesteed, samengetrokken, aangegaan
- contradiction en néerlandais - gevecht, rugstuk, tegengestelde, contrasteren, kwestie, botsing, twistgesprek, ...
- contradictoire en néerlandais - inconsequent, tegenstrijdig, tegenstrijdige, tegengestelde, in tegenspraak, strijd
Mots aléatoires
Contradicteur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vijandelijk, tegenspeler, vijand, tegenstander, opponent
Traductions: vijandelijk, tegenspeler, vijand, tegenstander, opponent