Contradiction en néerlandais
Traduction: contradiction, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
gevecht, rugstuk, tegengestelde, contrasteren, kwestie, botsing, twistgesprek, treffen, tegenliggend, geschil, slag, veldslag, tegenweer, kamp, tegenwerping, dispuut, tegenstrijdigheid, tegenspraak, tegenstelling, contradictie, tegenstrijdig
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): contradiction
calvin klein contradiction, contradiction antonyme, contradiction antonymes, contradiction bible, contradiction calvin klein, contradiction dictionnaire de langue néerlandais, contradiction en néerlandais
Traductions
- contractés en néerlandais - gecontracteerd, gecontracteerde, uitbesteed, samengetrokken, aangegaan
- contradicteur en néerlandais - vijandelijk, tegenspeler, vijand, tegenstander, opponent
- contradictoire en néerlandais - inconsequent, tegenstrijdig, tegenstrijdige, tegengestelde, in tegenspraak, strijd
- contraignant en néerlandais - bindend, verbindend, bindende, binding, binden
Mots aléatoires
Contradiction en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: gevecht, rugstuk, tegengestelde, contrasteren, kwestie, botsing, twistgesprek, treffen, tegenliggend, geschil, slag, veldslag, tegenweer, kamp, tegenwerping, dispuut, tegenstrijdigheid, tegenspraak, tegenstelling, contradictie, tegenstrijdig
Traductions: gevecht, rugstuk, tegengestelde, contrasteren, kwestie, botsing, twistgesprek, treffen, tegenliggend, geschil, slag, veldslag, tegenweer, kamp, tegenwerping, dispuut, tegenstrijdigheid, tegenspraak, tegenstelling, contradictie, tegenstrijdig