Convoquer en néerlandais
Traduction: convoquer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
dagvaarden, zetten, convoceren, uitschrijven, verzamelen, aanschrijven, monteren, aanroepen, bijeenroepen, bijeenkomen, aanhalen, inviteren, uitnodigen, noden, vergaderen, noemen, samenroepen, bijeen, roepen, bijeen te roepen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): convoquer
convocation, convoquer a la gendarmerie sans motif, convoquer antonymes, convoquer assemblée générale extraordinaire copropriété, convoquer en anglais, convoquer dictionnaire de langue néerlandais, convoquer en néerlandais
Traductions
- convoque en néerlandais - assignatie, dagvaarding, exploot, bijeenroepen, samenroepen, bijeen, roepen, ...
- convoquent en néerlandais - aanschrijven, bijeenroepen, samenroepen, bijeen, roepen, bijeen te roepen
- convoquez en néerlandais - aanschrijven, dagvaarden, ontbieden, sommeren, roepen, oproepen
- convoquons en néerlandais - aanschrijven, bijeenroepen, samenroepen, bijeen, roepen, bijeen te roepen
Mots aléatoires
Convoquer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: dagvaarden, zetten, convoceren, uitschrijven, verzamelen, aanschrijven, monteren, aanroepen, bijeenroepen, bijeenkomen, aanhalen, inviteren, uitnodigen, noden, vergaderen, noemen, samenroepen, bijeen, roepen, bijeen te roepen
Traductions: dagvaarden, zetten, convoceren, uitschrijven, verzamelen, aanschrijven, monteren, aanroepen, bijeenroepen, bijeenkomen, aanhalen, inviteren, uitnodigen, noden, vergaderen, noemen, samenroepen, bijeen, roepen, bijeen te roepen