Coopérateur en néerlandais
Traduction: coopérateur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
maat, kameraad, employé, bediende, personeelslid, aansluiten, partner, makker, werknemer, kornuit, medewerker, samenwerker, medewerking verleende, medewerkende, medewerkende onderneming
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): coopérateur
coopérateur agricole, coopérateur antonymes, coopérateur assurance, coopérateur de champagne, coopérateur de normandie, coopérateur dictionnaire de langue néerlandais, coopérateur en néerlandais
Traductions
- coopéra en néerlandais - co, samenwerking, mede, samen, medewerking
- coopératif en néerlandais - gezelschap, coöperatieve, coöperatie, coöperatief, samenwerking, samenwerkingsactiviteiten
- coopération en néerlandais - overeenstemming, samenwerking, medewerking, akkoord, overeenkomst, de samenwerking
Mots aléatoires
Coopérateur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: maat, kameraad, employé, bediende, personeelslid, aansluiten, partner, makker, werknemer, kornuit, medewerker, samenwerker, medewerking verleende, medewerkende, medewerkende onderneming
Traductions: maat, kameraad, employé, bediende, personeelslid, aansluiten, partner, makker, werknemer, kornuit, medewerker, samenwerker, medewerking verleende, medewerkende, medewerkende onderneming