Croîs en néerlandais
Traduction: croîs, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
denken, geloven, menen, geloof, mening, van mening
Autres langues
Mots associés / Définition (def): croîs
crois antonymes, crois en toi, crois grammaire, crois moi, crois mots croisés, croîs dictionnaire de langue néerlandais, croîs en néerlandais
Traductions
- croient en néerlandais - denken, menen, geloven, geloof, mening, van mening
- croire en néerlandais - veronderstellen, tegoed, bevatten, toelaten, geloven, verstaan, honoreren, ...
- croisade en néerlandais - excursie, toer, tocht, uitstapje, expeditie, kruistocht, crusade, ...
- croisement en néerlandais - kruisen, kruis, kruising, vereniging, aansluiting, oversteekplaats, kruispunt, ...
Mots aléatoires
Croîs en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: denken, geloven, menen, geloof, mening, van mening
Traductions: denken, geloven, menen, geloof, mening, van mening