Croiser en néerlandais
Traduction: croiser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bijeenkomen, vorsen, ontmoeting, bezoeken, vergaderen, tegenkomen, exploreren, opzoeken, kruis, toezien, ontmoeten, nagaan, kruising, samenkomen, kruisen, zien, oversteken, doorkruisen, steken
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): croiser
croire conjugaison, croiser antonymes, croiser en anglais, croiser grammaire, croiser le fer, croiser dictionnaire de langue néerlandais, croiser en néerlandais
Traductions
- croisade en néerlandais - excursie, toer, tocht, uitstapje, expeditie, kruistocht, crusade, ...
- croisement en néerlandais - kruisen, kruis, kruising, vereniging, aansluiting, oversteekplaats, kruispunt, ...
- croisette en néerlandais - rap, levendig, schelklinkend, bars, fel, pienter, schril, ...
- croiseur en néerlandais - kruiser, cruiser, kruiser van, de Kruiser
Mots aléatoires
Croiser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bijeenkomen, vorsen, ontmoeting, bezoeken, vergaderen, tegenkomen, exploreren, opzoeken, kruis, toezien, ontmoeten, nagaan, kruising, samenkomen, kruisen, zien, oversteken, doorkruisen, steken
Traductions: bijeenkomen, vorsen, ontmoeting, bezoeken, vergaderen, tegenkomen, exploreren, opzoeken, kruis, toezien, ontmoeten, nagaan, kruising, samenkomen, kruisen, zien, oversteken, doorkruisen, steken