Croustillant en néerlandais
Traduction: croustillant, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
zoet, aanbod, lekker, fragiel, teder, smakelijk, knapperig, gekruid, teer, aanbesteding, zacht, liefhebbend, mals, offerte, liefelijk, breekbaar, scherpe, fris, kernachtig, heldere
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): croustillant
croustillant 3 chocolat, croustillant antonymes, croustillant au chevre, croustillant au chocolat, croustillant aux asperges, croustillant dictionnaire de langue néerlandais, croustillant en néerlandais
Traductions
- croupir en néerlandais - bederven, stilstaan, stagneren, modelleren, rotten, verval, bederf, ...
- croustiller en néerlandais - kier, split, barst, kloof, knarsen, kraken, geknars, ...
- croyable en néerlandais - vermoedelijk, geloofwaardig, geloofwaardige, geloofwaardiger, geloofwaardig te, believable
Mots aléatoires
Croustillant en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: zoet, aanbod, lekker, fragiel, teder, smakelijk, knapperig, gekruid, teer, aanbesteding, zacht, liefhebbend, mals, offerte, liefelijk, breekbaar, scherpe, fris, kernachtig, heldere
Traductions: zoet, aanbod, lekker, fragiel, teder, smakelijk, knapperig, gekruid, teer, aanbesteding, zacht, liefhebbend, mals, offerte, liefelijk, breekbaar, scherpe, fris, kernachtig, heldere