Culminer en néerlandais
Traduction: culminer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
colonne, zuil, toren, kolom, pilaar, steunpilaar, culmineren, uitmonden, leiden, hoogtepunt, resulteren
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): culminer
culminer antonymes, culminer avec, culminer dans, culminer en anglais, culminer grammaire, culminer dictionnaire de langue néerlandais, culminer en néerlandais
Traductions
- culmination en néerlandais - neus, topje, climax, toppunt, spits, summum, kroon, ...
- culmine en néerlandais - culmineert, bereikt zijn hoogtepunt
- culotte en néerlandais - onderbroek, pantalon, kniebroek, slip, slipje, broek, kousen, ...
- culotté en néerlandais - brutaal, brutale, cheeky, ondeugende, eigenwijze
Mots aléatoires
Culminer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: colonne, zuil, toren, kolom, pilaar, steunpilaar, culmineren, uitmonden, leiden, hoogtepunt, resulteren
Traductions: colonne, zuil, toren, kolom, pilaar, steunpilaar, culmineren, uitmonden, leiden, hoogtepunt, resulteren