Débouché en néerlandais
Traduction: débouché, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
loot, effect, emitteren, uitgifte, eliminatie, praten, opbrengst, uitweg, afrit, nakomeling, gat, indruk, ontwikkeling, kwestie, gevolg, afloop, stopcontact, uitgang, verkooppunt, afzetgebied, uitloop
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): débouché
bac es débouché, débouché antonymes, débouché bac es, débouché bac l, débouché bac stmg, débouché dictionnaire de langue néerlandais, débouché en néerlandais
Traductions
- débotté en néerlandais - onverwachts, eensklaps, Debotte
- déboucher en néerlandais - uitbarsting, onkurken, uncork, ontkurken, openmaken
- déboucler en néerlandais - loshaken, losbinden, afbinden, losmaken, afhaken, losgespen, unbuckle, ...
- déboulonner en néerlandais - ontgrendelen, unbolt, te ontgrendelen, haal ze weer, haal ze
Mots aléatoires
Débouché en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: loot, effect, emitteren, uitgifte, eliminatie, praten, opbrengst, uitweg, afrit, nakomeling, gat, indruk, ontwikkeling, kwestie, gevolg, afloop, stopcontact, uitgang, verkooppunt, afzetgebied, uitloop
Traductions: loot, effect, emitteren, uitgifte, eliminatie, praten, opbrengst, uitweg, afrit, nakomeling, gat, indruk, ontwikkeling, kwestie, gevolg, afloop, stopcontact, uitgang, verkooppunt, afzetgebied, uitloop