Déboutonner en néerlandais
Traduction: déboutonner, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
loshaken, afhaken, afbinden, ontkoppelen, losbinden, losmaken, afkoppelen, ontknopen, unbutton, losknopen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): déboutonner
déboutonner antonymes, déboutonner chemisier, déboutonner conjugaison, déboutonner en anglais, déboutonner grammaire, déboutonner dictionnaire de langue néerlandais, déboutonner en néerlandais
Traductions
- débout en néerlandais - stijging, opstaan, beklimming, opslag, staand, Permanent, staande, ...
- débouter en néerlandais - afpoeieren, afkeuren, vuilnis, ontzeggen, vertikken, afval, vuil, ...
- déboîtement en néerlandais - ontwrichting, dislocatie, verplaatsing, luxatie, dislocaties
- déboîter en néerlandais - ontwrichten, verstuiken, loskoppelen, afkoppelen, losmaken, uitschakelen, verbreken
Mots aléatoires
Déboutonner en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: loshaken, afhaken, afbinden, ontkoppelen, losbinden, losmaken, afkoppelen, ontknopen, unbutton, losknopen
Traductions: loshaken, afhaken, afbinden, ontkoppelen, losbinden, losmaken, afkoppelen, ontknopen, unbutton, losknopen