Dédit en néerlandais
Traduction: dédit, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bestraffing, strafsanctie, dwangmaatregel, straf, verbeuren, verbeurd, verliest, verliezen, verbeurt
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): dédit
clause de dédit, clause dédit, clause dédit formation, dédit antonymes, dédit appartement, dédit dictionnaire de langue néerlandais, dédit en néerlandais
Traductions
- dédions en néerlandais - opdragen, toewijden, spenderen, wijden, te wijden, besteden, inzetten
- dédire en néerlandais - dispuut, ontzeggen, ontkennen, bespreken, redetwist, redetwisten, disputeren, ...
- dédièrent en néerlandais - zich toegewijd, wijdden, wijdden zich, zich hebben ingezet, zetten zich
Mots aléatoires
Dédit en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bestraffing, strafsanctie, dwangmaatregel, straf, verbeuren, verbeurd, verliest, verliezen, verbeurt
Traductions: bestraffing, strafsanctie, dwangmaatregel, straf, verbeuren, verbeurd, verliest, verliezen, verbeurt