Déguerpir en néerlandais

Traduction: déguerpir, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
beproeving, toets, voorrijden, test, ontsnappen, ontkomen, afhangen, keuring, werken, functioneren, proef, aanrijden, ontgaan, ontvluchten, examen, poging, weggaan, duidelijk uit, ontruimen, ophoepelen
Déguerpir en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): déguerpir

déguerpir antonymes, déguerpir conjugaison, déguerpir définition, déguerpir grammaire, déguerpir impératif, déguerpir dictionnaire de langue néerlandais, déguerpir en néerlandais

Traductions

  • dégringoler en néerlandais - schemering, spenderen, druppel, lik, uitgeven, uitvallen, vallen, ...
  • déguenillé en néerlandais - haveloos, ruw, ragged, voddig, gescheurd
  • déguisant en néerlandais - gemaskeerd, verhulling, vermommen, verhuld, wordt verhuld
  • déguise en néerlandais - vermommingen, kostuums, vermomming, klederdracht, produceert kostuum
Mots aléatoires
Déguerpir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: beproeving, toets, voorrijden, test, ontsnappen, ontkomen, afhangen, keuring, werken, functioneren, proef, aanrijden, ontgaan, ontvluchten, examen, poging, weggaan, duidelijk uit, ontruimen, ophoepelen