Dépense en néerlandais
Traduction: dépense, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
editie, verbruik, consumptie, vertering, besteding, uitgaaf, onkosten, uitgave, druk, kosten, uitgaven, de uitgaven, uitgaven voor, uitgaven van
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): dépense
calcul dépense énergétique, dépense antonymes, dépense calories, dépense calorique, dépense calorique sport, dépense dictionnaire de langue néerlandais, dépense en néerlandais
Traductions
- dépensant en néerlandais - uitgaven, bestedingen, besteding, de uitgaven, besteden
- dépensent en néerlandais - aangeven, doorbrengen, aanreiken, spenderen, besteden, brengen, te brengen, ...
- dépenser en néerlandais - schoon, uitgang, afwerpen, uitvoeren, praten, verteren, nazaat, ...
Mots aléatoires
Dépense en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: editie, verbruik, consumptie, vertering, besteding, uitgaaf, onkosten, uitgave, druk, kosten, uitgaven, de uitgaven, uitgaven voor, uitgaven van
Traductions: editie, verbruik, consumptie, vertering, besteding, uitgaaf, onkosten, uitgave, druk, kosten, uitgaven, de uitgaven, uitgaven voor, uitgaven van