Désappointer en néerlandais
Traduction: désappointer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
falen, tegenvallen, ontbreken, floppen, mislukken, ontgoochelen, teleurstellen, frustreren, stranden, teleur, teleur te, teleurgesteld
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): désappointer
désappointer antonymes, désappointer conjugaison, désappointer grammaire, désappointer mots croisés, désappointer signification, désappointer dictionnaire de langue néerlandais, désappointer en néerlandais
Traductions
- désamorcer en néerlandais - onschadelijk te maken, onschadelijk, onschadelijk maken, bezweren, onschadelijk te
- désappointement en néerlandais - teleurstelling, leed, smart, verdriet, desillusie, ontgoocheling, tegenvaller, ...
- désapprendre en néerlandais - verleren, vergeten, afleren, af te leren, afleren van, afleert
- désapprobateur en néerlandais - afkeurende, afkeurend, afkeuren, het afkeuren, disapproving
Mots aléatoires
Désappointer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: falen, tegenvallen, ontbreken, floppen, mislukken, ontgoochelen, teleurstellen, frustreren, stranden, teleur, teleur te, teleurgesteld
Traductions: falen, tegenvallen, ontbreken, floppen, mislukken, ontgoochelen, teleurstellen, frustreren, stranden, teleur, teleur te, teleurgesteld