Déshabiller en néerlandais
Traduction: déshabiller, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
streep, ochtendjas, reep, peignoir, windsel, stropen, schillen, band, duster, negligé, strip, wapenbalk, ontdoen, strook, uitkleden, undress, ontkleedt, ontkleding, zich uitkleden
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): déshabiller
déshabiller anglais, déshabiller antonymes, déshabiller du regard, déshabiller définition, déshabiller grammaire, déshabiller dictionnaire de langue néerlandais, déshabiller en néerlandais
Traductions
- déshabille en néerlandais - uitgekleed, ontkleed, uitkleden, ongekleed, kleedde
- déshabillent en néerlandais - ontdoen, negligé, peignoir, ochtendjas, duster, uitkleden, undress, ...
- déshabillez en néerlandais - ontdoen, negligé, ochtendjas, peignoir, duster, uitkleden, Undress, ...
- déshabillons en néerlandais - duster, ontdoen, ochtendjas, peignoir, negligé, uitkleden, undress, ...
Mots aléatoires
Déshabiller en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: streep, ochtendjas, reep, peignoir, windsel, stropen, schillen, band, duster, negligé, strip, wapenbalk, ontdoen, strook, uitkleden, undress, ontkleedt, ontkleding, zich uitkleden
Traductions: streep, ochtendjas, reep, peignoir, windsel, stropen, schillen, band, duster, negligé, strip, wapenbalk, ontdoen, strook, uitkleden, undress, ontkleedt, ontkleding, zich uitkleden