Descendant en néerlandais
Traduction: descendant, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
nakomeling, gevolg, uitweg, consequentie, indruk, emitteren, uitslag, uitkomst, afstamming, kind, effect, uitgang, afstammeling, publicatie, uitgeven, uitvloeisel, aflopend, aflopende, dalend, afnemende, dalende
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): descendant
ascendant, ascendant descendant, colon descendant, debit descendant, debit montant descendant, descendant dictionnaire de langue néerlandais, descendant en néerlandais
Traductions
- descend en néerlandais - neer, omlaag, beneden, af, vaststelling
- descendance en néerlandais - effect, voorraad, alledaags, gewoontjes, afstammeling, loot, neerdaling, ...
- descendants en néerlandais - nageslacht, nakomelingen, nakomelingschap, de nakomelingen, nakomelingen zijn
- descendent en néerlandais - afdalen, neer, omlaag, beneden, af, vaststelling
Mots aléatoires
Descendant en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: nakomeling, gevolg, uitweg, consequentie, indruk, emitteren, uitslag, uitkomst, afstamming, kind, effect, uitgang, afstammeling, publicatie, uitgeven, uitvloeisel, aflopend, aflopende, dalend, afnemende, dalende
Traductions: nakomeling, gevolg, uitweg, consequentie, indruk, emitteren, uitslag, uitkomst, afstamming, kind, effect, uitgang, afstammeling, publicatie, uitgeven, uitvloeisel, aflopend, aflopende, dalend, afnemende, dalende