Diffusion en néerlandais
Traduction: diffusion, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verspreiding, verspilling, dispersie, uitspatting, uitreiking, afleiding, besmeren, uitspreiden, diffusie, afgeven, verzet, rondstrooien, verspreiden, ontvouwen, verdeling, distributie, omroep, uitzendingen, uitzending, uitzenden
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): diffusion
accastillage, accastillage diffusion, diffusion antonymes, diffusion coupe du monde, diffusion euro 2012, diffusion dictionnaire de langue néerlandais, diffusion en néerlandais
Traductions
- diffuser en néerlandais - melodie, besmeren, bries, rondstrooien, luchten, opzenden, deun, ...
- diffuseur en néerlandais - diffuser, diffusor, verspreider, rooster, kap
- diffusions en néerlandais - distributie, verdeling, uitreiking, verspreiding, uitzendingen, uitzending, broadcasts, ...
- diffère en néerlandais - verschilt, afwijkt, wijkt, onderscheidt
Mots aléatoires
Diffusion en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verspreiding, verspilling, dispersie, uitspatting, uitreiking, afleiding, besmeren, uitspreiden, diffusie, afgeven, verzet, rondstrooien, verspreiden, ontvouwen, verdeling, distributie, omroep, uitzendingen, uitzending, uitzenden
Traductions: verspreiding, verspilling, dispersie, uitspatting, uitreiking, afleiding, besmeren, uitspreiden, diffusie, afgeven, verzet, rondstrooien, verspreiden, ontvouwen, verdeling, distributie, omroep, uitzendingen, uitzending, uitzenden