Diminutif en néerlandais
Traduction: diminutif, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
min, gering, luttel, klein, karig, minuscuul, verkleinwoord, diminutive, piepkleine, peuterige
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): diminutif
coiffeur diminutif, diminutif antonymes, diminutif appartement, diminutif coiffure, diminutif de monsieur, diminutif dictionnaire de langue néerlandais, diminutif en néerlandais
Traductions
- diminuez en néerlandais - verminderen, afnemen, verkleinen, minderen, verlagen, afname, vermindering
- diminuons en néerlandais - afnemen, minderen, verkleinen, verminderen, te verminderen, vermindert
- diminution en néerlandais - absolutie, rust, vermindering, afnemen, verlagen, verminderen, afslag, ...
Mots aléatoires
Diminutif en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: min, gering, luttel, klein, karig, minuscuul, verkleinwoord, diminutive, piepkleine, peuterige
Traductions: min, gering, luttel, klein, karig, minuscuul, verkleinwoord, diminutive, piepkleine, peuterige