Disent en néerlandais
Traduction: disent, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
zeggen, aanvoeren, bevelen, schikken, aanvragen, commanderen, regelen, gelasten, bestellen, verordenen, zeg, zeggen dat, zegt, te zeggen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): disent
ce que disent, comme ils disent, comme le disent, disant synonyme, disent antonymes, disent dictionnaire de langue néerlandais, disent en néerlandais
Traductions
- discutées en néerlandais - besproken, besprak, bespraken, gesproken over, gesproken
- discutés en néerlandais - besproken, besprak, bespraken, gesproken over, gesproken
- disette en néerlandais - schaarste, gemis, deficit, geeuwhonger, gebrek, euvel, tekortkoming, ...
- disgracia en néerlandais - schande, ongenade gevallen, ongenade, schande gemaakte, in ongenade gevallen
Mots aléatoires
Disent en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: zeggen, aanvoeren, bevelen, schikken, aanvragen, commanderen, regelen, gelasten, bestellen, verordenen, zeg, zeggen dat, zegt, te zeggen
Traductions: zeggen, aanvoeren, bevelen, schikken, aanvragen, commanderen, regelen, gelasten, bestellen, verordenen, zeg, zeggen dat, zegt, te zeggen