Divisa en néerlandais - Traduction / Dictionnaire français

Traduction: divisa, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:

français

Langue d'arrivée:

néerlandais

Traductions:

verdeeld, onderverdeeld, gedeeld, opgedeeld, ingedeeld

Autres langues

Mots associés / Définition (def): divisa

divisa antonymes, divisa cambio, divisa capital, divisa coffrane horaire, divisa definicion, divisa dictionnaire de langue néerlandais, divisa en néerlandais

Traductions

diviniser en néerlandais - vergoddelijken, te vergoddelijken, vergoddelijk, verafgoden, deify
divinité en néerlandais - godheid, god, goddelijkheid, goddelijke, het goddelijke, de goddelijkheid
divisant en néerlandais - verdeling, scheidslijn, scheidingslijn, scheidslijnen, verdelen

Mots aléatoires

abrutissant en anglais

approprient en anglais