Doubler en néerlandais
Traduction: doubler, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
frons, voor, vooruitlopen, kabel, karwei, deuntje, streep, werk, snoer, doorbrengen, opgave, vervangen, vissnoer, aanreiken, zog, duplex, dubbele, dubbel, een dubbele, voor een dubbele, tweepersoons
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): doubler
data doubler, doubler antonymes, doubler en anglais, doubler en ville, doubler gencives, doubler dictionnaire de langue néerlandais, doubler en néerlandais
Traductions
- doublement en néerlandais - verdubbeling, verdubbeling van, een verdubbeling, verdubbelen, een verdubbeling van
- doublent en néerlandais - duplicaat, duplex, tweevoudig, dubbel, tweeledig, dubbele, een dubbele, ...
- doubles en néerlandais - krioelen, krielen, wemelen, wriemelen, dubbele, dubbel, een dubbele, ...
- doublet en néerlandais - wambuis
Mots aléatoires
Doubler en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: frons, voor, vooruitlopen, kabel, karwei, deuntje, streep, werk, snoer, doorbrengen, opgave, vervangen, vissnoer, aanreiken, zog, duplex, dubbele, dubbel, een dubbele, voor een dubbele, tweepersoons
Traductions: frons, voor, vooruitlopen, kabel, karwei, deuntje, streep, werk, snoer, doorbrengen, opgave, vervangen, vissnoer, aanreiken, zog, duplex, dubbele, dubbel, een dubbele, voor een dubbele, tweepersoons