Douter en néerlandais
Traduction: douter, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
twijfel, twijfelen, betwijfelen, dubben, ongetwijfeld, twijfel over, overduidelijk, twijfelt
Autres langues
Mots associés / Définition (def): douter
douter antonymes, douter conjugaison, douter de ses sentiments, douter de soi, douter de son amour, douter dictionnaire de langue néerlandais, douter en néerlandais
Traductions
- doute en néerlandais - navraag, betwijfelen, vraagstuk, dubben, kwestie, vraag, twijfel, ...
- doutent en néerlandais - twijfel, betwijfelen, twijfelen, dubben, ongetwijfeld, twijfel over, overduidelijk, ...
- douteux en néerlandais - dubbelzinnig, discutabel, glad, wantrouwig, dubieus, betwistbaar, glibberig, ...
- doutez en néerlandais - dubben, twijfelen, twijfel, betwijfelen, ongetwijfeld, twijfel over, overduidelijk, ...
Mots aléatoires
Douter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: twijfel, twijfelen, betwijfelen, dubben, ongetwijfeld, twijfel over, overduidelijk, twijfelt
Traductions: twijfel, twijfelen, betwijfelen, dubben, ongetwijfeld, twijfel over, overduidelijk, twijfelt